-
Spraak-taalontwikkeling
-
Totale Communicatie
-
Achtergrond gebruik gebaren
Verschil Nmg/Ngt. (waarom -welke-verschil NmG-NGT-soorten gebaren)
-
Basiselementen van de gebaren
-
Gebaren personen
In dit hoofdstuk leer je de gebaren van personen zoals ik, jij, wij, jongen, meisje, etc. Bekijk de gebaren en speel daarna de video nogmaals af en doe mee. Door mee te doen krijg je de gebaren 'in de vingers’ en kan je de gebaren sneller onthouden en gebruiken. Maak het gebaar en kijk ondertussen in de spiegel: let op of je handvorm, de plek van de handen, de beweging klopt met wat je op de video zag.
-
Boerderijdieren
In dit hoofdstuk leer je de gebaren van een heel aantal dieren die je op de kinderboerderij kan tegenkomen. Ook wanneer je op de fiets naar buiten gaat kan je deze gebaren gebruiken. Doe de gebaren meteen mee en herhaal!
-
Dieren in en om het huis
De gebaren van dieren in en om het huis zijn onmisbaar om te kennen en te kunnen. In de prentenboeken komen dieren in en om het huis vaak voor en kan je het verhaal bij het samen lezen ondersteunen met de gebaren, zo laat je zien wat je leest! Er zitten veel lessen in de verschillende hoofdstukken. Het kan helpen om dit onderdeel in kleinere gedeeltes te leren en oefenen.
-
Wilde dieren
In dit hoofdstuk leer je de gebaren van de wilde dieren. Deze kom je niet alleen tegen in de dierentuin maar vaak ook in kinderboeken. Bij het samen lezen van een prentenboek is het inzetten van de gebaren heel zinvol. (Zie de les voorlezen met gebaren) Kijk de video weer eerst om te bekijken hoe het gebaar eruit zien en speel de video dan nog een keer af en doe meteen mee. Herhalen van het gebaar maakt dat je er vertrouwd mee raakt en ook sneller weer weet wanneer je het gebaar wil maken.
-
Gebaren huis
De gebaren van in en om het huis leer je hier. Kijk eerst de video en maak daarna de gebaren tegelijk met het afspelen van de video. Controleer je zelf en je vaardigheid door jezelf te bekijken in de spiegel terwijl je de gebaren maakt.
-
Eten algemene begrippen
Alles wat je nodig hebt om te eten leer je hier. Herhaal deze gebaren komende tijd bijvoorbeeld bij het dekken van de tafel, zo herhaal je de gebaren in de situatie en oefen je het toepassen in het dagelijkse leven.
-
Brood eten
Kijk, herhaal en controleer je zelf en je vaardigheid door jezelf te bekijken in de spiegel terwijl je de gebaren maakt.
-
Warm eten
Het warme eten, het diner. Geen exotische groenten, wel de ‘gemiddelde’ groenten die we op ons bord zien leer je hier. Herhaal deze gebaren in de supermarkt of bij het wegpakken van de boodschappen in de keuken. Zo oefen je de gebaren vaker en ook buiten de les zodat de gebaren veel beter worden onthouden.
-
Fruit eten
Laat het fruit dat meegaat naar school zien zoals het eruit ziet wanneer je het koopt. Maak daarbij de gebaren en laat dan ook zien dat je het schilt en voorbereidt. In deze situatie kan je de gebaren heel veel herhalen. De appel met schil en in partjes ziet er heel anders uit, bij beiden hoort hetzelfde gebaar!
-
Drinken
Kijk, herhaal en controleer je zelf en je vaardigheid door jezelf te bekijken in de spiegel terwijl je de gebaren maakt.
-
Eten oefening
Maak het gebaar zodra je het ziet!
-
Gebaren kleding
De gebaren in dit onderdeel hebben betrekking op kleding of het aankleden. Kijk, herhaal en controleer je zelf en je vaardigheid door jezelf te bekijken in de spiegel terwijl je de gebaren maakt.
-
Gebaren kleuren
Hoe gebaar je kleuren? In deze les leren we je de gebaren die bij de verschillende kleuren horen. Deze gebaren moet je eerst bekijken en vervolgens veel oefenen. Deze woorden zijn wat abstracter en daardoor kan het zijn dat deze niet zo gemakkelijk blijven hangen. Oefen deze gebaren daarom veel en vaak!
-
Gebaren vraagwoorden
Hoe vraag je iets? Met deze vraagwoorden! Kijk, herhaal en controleer je zelf en je vaardigheid door jezelf te bekijken in de spiegel terwijl je de gebaren maakt.
-
Gebaren vervoer
Hoe gebaar je fiets? of hoe zorg je er voor dat je het juiste vervoersmiddel gebaart. Dat leer je in dit hoofdstuk. Kijk eerst naar de video en doe bij het tweede keer afspelen mee! Door vaker af te spelen en te bekijken leer je ook!
-
Gebaren tijdens het voorlezen
Het voorlezen, het vertellen en daarbij ook maken van gebaren kan ingewikkeld zijn, hoe hou je het boek in je handen, hoe hou je de aandacht van je kind en maak je een gebaar?
-
Naamgebaar
-
Gebaren dagen van de week
Welke dag is het? Op welke dag hebben we de afspraak? In de kring op het dagverblijf start groepsleiding vaak de dag met de dagen van de week, in een liedje bijvoorbeeld. Hier leer je de gebaren van de dagen van de week ook zelf!
-
Gebaren spelen
Spelen, op school of gewoon op straat. Veel gebaren komen aan bod en leer je door vaak te herhalen. Tijdens het spel met je kind kan je de gebaren vaak herhalen. Zoals het gebaar voor verstoppertje, dat haast voor zichzelf spreekt. Verstoppertje spelen vinden de kinderen ook vaak leuk om te doen.
-
School
Hoe gaan we om met gebaren op school? De gebaren van gymmen, kijken of werken? De hoeken waarin kan worden gespeeld, hoe maak je duidelijk waar het kind mag spelen? Waar mag je mee werken? Met de lijm, een schaar? Zeer toepasselijke gebaren om dagelijks te gebruiken in de klas.
-
Gebaren verzorging
Een van de belangrijkste thema's is de verzorging. Douchen, afdrogen tandenpoetsen etc. Deze activiteiten komen elke dag weer terug! En zijn heel goed bruikbaar in het contact maken en de communicatie met je kind. Dan is het fijn om de gebaren gemakkelijk te gebruiken in het gesprek, oefen deze gebaren dan ook veel zodat je ze meteen paraat hebt als je ze nodig hebt!
-
Gebaren gevoelens
Gevoelens, die zijn lastig! Hoe voel je je en hoe maak je dat bespreekbaar? Het visueel kunnen maken van wat je voelt en welk gevoel je bij je kind ziet maakt het wel makkelijker. Benoem ook de emotie en gevoelens bij je kind dan zie je beiden waar je het over hebt! Welke gebaren horen er bij de gevoelens? Hoe gebaar je dat je blij bent? of juist boos? Leer het in dit hoofdstuk.
-
Het weer
In het gesprek met een Nederlander komt het weer eigenlijk altijd ter sprake! Daarom kunnen we deze gebaren niet achterwege laten.
-
Oefening gebaren in zinnen
In deze oefening gaan we de gebaren van de verschillende thema’s toepassen in zinnen. De theorie hierover is al besproken in het hoofdstuk: voordelen van het ondersteunen van de spraak en taal met gebaren en theorie taalbegrip-taalproductie.In deze oefening gebaar je de vetgedrukte woorden. Dit mag in een langzaam tempo. Belangrijk is dat je de gebaren zo precies mogelijk uitvoert. Door langzaam te gebaren benadruk je namelijk juist de sleutelwoorden in de zin. Probeer eerst de zin zelf helemaal te gebaren en controleer jezelf daarna middels het filmpje.
- Zinnen
- Maandag ga ik op de fiets naar oma en opa.
- Woensdagavond gaat de jongen wandelen met de hond buiten in de tuin.
- In het weekend kijken papa en mama naar de televisie. Ze zitten op de bank in de woonkamer.
- Goedenavond zegt het meisje. Het is koud buiten, ik doe een dikke trui aan, met mijn jas en handschoenen
- De baby is moe en moet huilen. Ik geef hem een schone luier en breng hem naar bed.
- Niet schrikken! De spin is in de keuken. De muis loopt boven in de badkamer.
- Het varken is lief. De jongens mogen de koeien niet plagen.
- Dat is stout. Het meisje heeft pijn en moet huilen. Nu zit ze verdrietig in de woonkamer.
- De jongens spelen op school in de klas verstoppertje.
- De juf werkt met de computer. Er staan verschillende kleuren op, zoals rood, blauw en oranje.
- Iedereen mag buiten spelen. We gaan in de speeltuin op de schommel, de wip en de glijbaan.
- De meisjes maken een tekening. De jongens bouwen met duplo en lego. Het is bijna vakantie.
-
Handige tips naar apps-sites-FB
-
Afsluitende oefening
vorige
Wat ging er in de kar 1?
Volgende
Wat ging er in de kar 3?